Diplomaverwachtingen van Limburgse middelbare scholieren 2014-2022

Verwachtingen van leerlingen vormen een belangrijk onderdeel voor een positieve ontwikkeling van jongeren. Te lage verwachtingen kunnen gepaard gaan met lage motivatie of onzekerheid over het eigen kunnen. Te hoge verwachtingen kunnen gepaard gaan met overschatting van het eigen kunnen en teleurstelling of frustratie als de resultaten uitblijven. Verwachtingen van leerlingen hangen daarmee ook samen met zelfeffectiviteit, het gevoel een specifiek doel te kunnen bereiken of een specifieke taak te kunnen voltooien. Verwachtingen die leerlingen hebben over hun eigen kunnen of hun eigen toekomst worden daarbij ook beïnvloed door verwachtingen die anderen, bijvoorbeeld ouders of een leraar van hen hebben. Daar komen we bij de aanbevelingen achterin deze factsheet nog op terug. Ook komen we in een latere factsheet nog terug op verwachtingen van ouders.


We verzamelen sinds 2014 in de OML bij leerlingen in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs informatie over hun verwachtingen ten aanzien van het behalen van hun diploma. In 2021 lieten we zien dat de verwachtingen van leerlingen over het te behalen diploma in 2020 (en 2018) lager waren dan in 2014-2016. Een belangrijke vraag is hoe het nu met de verwachtingen van de leerlingen is. In deze factsheet komen we met een update van de cijfers, op basis van de dataverzameling in 2022 onder leerlingen in het derde leerjaar van Limburgse middelbare scholen.


De belangrijkste resultaten zijn:

  • Er zijn geen hele grote verschillen in de gemiddelde verwachtingen van middelbare scholieren over het behalen van hun diploma. Verwachtingen zijn over het algemeen wel wat gedaald tussen 2016 en 2022.
  • Verwachtingen zijn doorgaans het hoogst onder leerlingen op het vmbo gl/tl en het laagst onder die op het vmbo bl/kl.
  • Op het vmbo bl/kl zijn verwachtingen in 2022 toegenomen ten opzichte van 2020 en weer gelijk aan die in 2018.
  • Op het vmbo gl/tl zijn verwachtingen in 2022 gelijk aan die van na de zomer 2020 en beide zijn hoger dan voor de zomer 2020.
  • Op het havo zijn de verwachtingen in 2022 lager dan die in 2018 en vergelijkbaar met die van voor de zomer 2020.
  • Op het vwo zijn de verwachtingen in 2022 hoger dan die in 2018 en vergelijkbaar met die van 2020.
  • Bij jongens zien we sinds 2014 een dalende trend waarna het patroon relatief stabiel is. Bij meisjes zien we eerst een toename van verwachtingen tussen 2014 en 2016 waarna de daling inzet.
  • Op het vmbo bl/kl en vwo hebben jongens en meisjes gelijke verwachtingen. Op het vmbo gl/tl en havo hebben meisjes hogere verwachtingen dan jongens.
  • Leerlingen met mbo- of hbo-opgeleide ouders laten een daling zien in hun verwachtingen tussen 2016 en 2018, een opleving na de zomer van 2020 waarna verwachtingen in 2022 stabiel blijven op dat niveau. Verwachtingen van leerlingen met wo-opgeleide ouders zijn relatief stabiel tussen 2014-2022.Op het vmbo bl/kl hebben leerlingen met hbo-opgeleide ouders de hoogste verwachtingen, op het vmbo gl/tl zien we geen verschillen.
  • Gemiddeld genomen hebben havisten of vwo-ers met mbo-opgeleide ouders de laagste verwachtingen en die met wo-opgeleide ouders de hoogste.
  • In Maastricht-heuvelland en Sittard-Geleen daalden verwachtingen tussen 2016 en 2018 waarna deze relatief stabiel blijven.
  • Datzelfde patroon is zichtbaar in Midden-Limburg, met uitzondering van significant hogere verwachtingen in september/oktober 2020.
  • In Parkstad Limburg daalden verwachtingen tussen 2014 en 2020. In juni/juli 2020 zijn verwachtingen het laagst waarna deze weer stijgen tot het niveau van 2018.
  • In Noord-Limburg stegen verwachtingen tussen 2014 en 2018. Sinds september/oktober 2020 zijn verwachtingen weer significant lager. In 2022 zijn verwachtingen het laagst in Noord-Limburg.