Diplomaverwachtingen van middelbare scholieren 2014 - 2020

14 maart 2022

Verwachtingen van leerlingen vormen een belangrijk onderdeel voor een positieve ontwikkeling van jongeren. Te lage verwachtingen kunnen gepaard gaan met lage motivatie of onzekerheid over het eigen kunnen. Te hoge verwachtingen kunnen gepaard gaan met overschatting van het eigen kunnen en teleurstelling of frustratie als de resultaten uitblijven. Verwachtingen van leerlingen hangen daarmee ook samen met self efficacy, ofwel zelfeffectiviteit.

 
In de OnderwijsMonitor Limburg verzamelen we in VO3 informatie over de verwachtingen die leerlingen hebben over het te behalen schoolsucces. Dit doen we enerzijds om onderzoek te kunnen doen naar factoren waar lage of hoge verwachtingen mee samenhangen (zoals sociaal-economische achtergrond, vertrouwen in instituties, of persoonlijkheid van leerlingen). Anderzijds doen we dit om scholen een terugkoppeling te geven over de verwachtingen van leerlingen op hun school.
 

In deze factsheet kijken we naar de verwachting over het behalen van het diploma van de huidige opleiding. We kijken naar algemene trends en naar verschillen tussen groepen leerlingen.

 

Als uw school/bestuur heeft deelgenomen, kunt u ook cijfers voor uw eigen school/bestuur inzien in de digitale terugkoppeling, via deze link. Hiervoor is de inlogcode nodig die bestuurders en schoolleiders van deelnemende scholen hebben ontvangen. 

 

De resultaten in het kort:

  • De verwachtingen van leerlingen over het te behalen diploma waren gemiddeld genomen het hoogst in 2014 en 2016. In vergelijking met deze jaren was er zowel in 2018 als in 2020 een daling te zien, waarbij leerlingen in 2020 vóór de zomer lagere verwachtingen hadden dan na de zomer. Dit laatste geldt voor alle onderwijstypen, met uitzondering van leerlingen op het vmbo b/k.
  • Leerlingen op het vmbo g/t hebben hogere verwachtingen over het behalen van het diploma van de huidige opleiding dan leerlingen op het vmbo b/k. Ook is de trend stabieler over de jaren. Havisten hebben lagere verwachtingen over het behalen van het diploma dan leerlingen op het vmbo g/t, maar er is minder sprake van een dalende trend. De verwachtingen van vwo-ers zijn over alle jaren redelijk stabiel gebleven.
  • Binnen het vmbo b/k en het vwo laten verschillen in geslacht gelijke trends zien voor jongens en meisjes. Binnen het vmbo g/t en havo zijn ongelijke trends te zien voor jongens en meisjes. Voor jongens binnen het vmbo g/t is de daling al ingezet in 2016, voor meisjes pas in 2018. Jongens laten daarentegen meer ‘herstel’ zien na de zomer. 
  • Op het havo zijn de verwachtingen van jongens in de jaren 2014 en 2016 stabiel gebleven, terwijl meisjes in 2016 hogere verwachtingen laten zien. Na de zomer van 2020 “herstellen” meisjes zich van een daling voor de zomer. Het valt op dat de verwachtingen van jongens over het te behalen diploma gestegen zijn ten opzichte van 2018 en dat de verwachtingen voor en na de zomer ongeveer gelijk zijn gebleven.
  • Als we verschillen in verwachtingen tussen leerlingen uitsplitsen naar de opleiding van de ouders, dan zien we bij de havisten nagenoeg geen verschillen tussen te groepen. Op het vmbo b/k zien we dat de groep leerlingen met mbo-opgeleide ouders of lager, de grootste daling laat zien in 2020. Over het algemeen hebben vwo-ers met wo-opgeleide ouders iets hogere verwachtingen en vwo-ers met mbo-opgeleide ouders (of lager) iets lagere verwachtingen.

Deze factsheet is hier als pfd te downloaden