Leesgedrag van Limburgse bassischolieren 2017-2023
15 juni 2024
Internationaal vergelijkend onderzoek (PIRLS) liet in 2016 zien dat de leesvaardigheid van Nederlandse basisscholieren relatief hoog was in vergelijking met andere landen. De uitkomsten van de nieuwste rapportage van PIRLS laten echter een ander beeld zien: de leesvaardigheid van Nederlandse basisscholieren is sinds 2016 achteruitgegaan. In 2016 lag de gemiddelde leesvaardigheidsscore nog hoger dan het gemiddelde van de 21 Westerse landen, maar in 2021 was deze score ongeveer gelijk aan dat gemiddelde.
Andere studies laten zien dat de tijd die Nederlanders, en daarmee ook kinderen, besteden aan lezen is gedaald in de afgelopen jaren. In 2016 lazen Nederlanders gemiddeld 3,4 uur per week in vergelijking met 4,7 uur per week in 2006. Het percentage leerlingen dat thuis nooit een boek zegt te lezen, is tussen 2012 (7%) en 2019 (9%) licht gestegen. Op school wordt wel meer gelezen: In 2016 las 77% van de kinderen in groep 6 op school (bijna) elke dag stil voor zichzelf, in vergelijking met 71% in 2006.
Vanwege het belang van leestijd voor de leesvaardigheid, verzamelen we ook in de OnderwijsMonitor Limburg hierover informatie. In 2022 lieten we in een factsheet zien dat het gemiddeld aantal uren dat leerlingen in groep 8 lezen niet significant verschillend was tussen 2017 en 2021. Daarentegen gaven wel meer leerlingen aan niet te lezen in 2021 ten opzichte van 2017. Ook gaf een meerderheid van de leerlingen aan dat de leerkracht weinig vraagt naar wat ze hebben gelezen, terwijl praten over wat er gelezen wordt het leesbegrip bevordert.
In deze factsheet
In deze factsheet presenteren we nieuwe cijfers over het leesgedrag van basisscholieren uit groep 8 over de periode 2017 tot en met 2023. We presenteren informatie over:
- Het aantal uren dat kinderen buiten schooltijd lezen naar geslacht, opleiding ouders en regio.
- Leesgedrag op school naar geslacht, opleiding ouders en regio.
- Interactie met de leerkracht over het lezen naar geslacht, opleiding ouders en regio.
Aan het einde van de factsheet geven we enkele aanbevelingen uit de literatuur voor de onderwijspraktijk om lezen bij leerlingen te stimuleren. In een volgende factsheet gaan we in op de leesmotivatie van leerlingen.
Als uw school/bestuur (basisonderwijs) heeft deelgenomen, kunt u ook cijfers voor uw eigen school/bestuur inzien in de digitale terugkoppeling, via deze link. Hiervoor is de inlogcode nodig die bestuurders en schoolleiders van deelnemende scholen hebben ontvangen. Als u geen inlogcode heeft ontvangen, kunt u contact opnemen met Suzanne Zuidema (s.zuidema@maastrichtuniversity.nl).
Resultaten in het kort:
Algemeen
- Leerlingen geven in 2023 aan iets minder vaak voor zichzelf te lezen op school.
- 30 procent van de leerlingen zegt thuis niet te lezen.
- In 2023 is er significant meer interactie in de klas over wat kinderen lezen.
Verschillen naar geslacht
- Jongens zijn over de jaren heen iets meer gaan lezen.
- We zien geen verschillen in leesgedrag op school tussen jongens en meisjes.
- Vooral meisjes zijn meer interactie gaan ervaren met de leerkracht over wat ze hebben gelezen in 2023 ten opzichte van 2021. Er zijn verder geen verschillen tussen jongens en meisjes.
Verschillen naar opleiding ouders
- Leerlingen met mbo-opgeleide ouders lezen het minst en leerlingen met wo-opgeleide ouders lezen het meest.
- We zien geen verschillen in leesgedrag op school tussen leerlingen met verschillend opgeleide ouders.
- In 2021 ervaarden leerlingen met mbo-opgeleide ouders meer interactie met hun leerkracht over het lezen dan andere leerlingen, maar dit verschil is in 2023 verdwenen.
Verschillen naar regio
- Leerlingen in Maastricht-heuvelland lezen het meest.
- In 2021 lezen leerlingen in Midden-Limburg vaker op school, maar in 2023 zijn er geen verschillen tussen regio’s in het leesgedrag op school.
- De interactie met de leerkracht over lezen is het laagst in Parkstad Limburg en Sittard-Geleen
Download hier de volledige factsheet